Hoe breuken vermenigvuldigen?


De basisregel is dat de getallen boven de breuklijn (oftewel de tellers) enkel vermenigvuldigd kunnen worden met de tellers van de andere breuk; het bekomen getal wordt opnieuw een teller en komt dus terug bovenaan te staan. Hetzelfde geldt voor de getallen onder de breuklijn (de noemers).

Een klein voorbeeldje maakt dit duidelijk. Stel we willen 3/5 met 2/3 vermenigvuldigen.
We vermenigvuldigen 3 x 2 = 6, dit wordt de teller
We vermenigvuldigen 5 met 3 = 15, dit wordt de noemer
Dus 6/15; de teller en de noemer zijn beiden deelbaar door 3 dus kunnen we nog vereenvoudigen door beide getallen door 3 te delen;
Dus 3/5 x 2/3 = 2/5.

Dit voorbeeld had trouwens nog eenvoudiger gekund door het kruiselings vereenvoudigen vooraleer de vermenigvuldiging uit te voeren. Dan ga je kijken of je de teller van de ene en de noemer van de andere breuk door hetzelfde getal kan delen. Dit maakt je vermenigvuldiging eenvoudiger. In dit geval kan de 3 in de teller van de ene en in de noemer van de andere door 3 gedeeld worden:
We krijgen dus de eenvoudigere vermenigvuldiging 1/5 x 2/1 = 2/5.

Indien er gehele getallen voorkomen in de breuk, vermenigvuldig je eerst dit getal met de noemer en tel je het resultaat bij de teller op.
Bij voorbeeld: 5 2/5 = 27/5
(5 x 5 = 25; dit wordt bij de twee uit van de teller opgeteld; het resultaat wordt dan de teller).

Vooral blijven oefenen!



1 Reactie

  1. daan says:

    oké bedankt maar hoe moet je het op je rekenmachine doen dat gaat niet zo vlug bij mij!¡

Plaats een reactie