Hoe werkt een inductiekookplaat?


inductie

Een inductiekookplaat bevat geen verwarmingsspiraal of halogeenlamp, maar een elektromagnetisch veld. Het is niet dit magnetisch veld op zich dat opwarmt, maar de combinatie met potten en pannen met een magnetiseerbaar grondvlak. Daarbij wordt niet het kookoppervlak, maar de kookpotten of –pannen verhit. Haal je deze eraf, dan stopt het verwarmen.

Inductiekoken is dus koken met magneten. Als je zo’n kookplaatje openmaakt, kun je het belangrijkste onderdeel zien zitten van zo’n kookplaat: de spoel. Met een spoel en elektriciteit kan je een magnetisch veld opwekken. Dat gebeurt in despoel, maar je merkt het niet.

De stroomrichting verandert heel snel. De noord- en zuidpool wisselen zo snel, dat zelfs ijzer niet aan de spoel vast blijft plakken. De hoeveelheid elektriciteit en de snelheid van het wisselen worden bepaald door een soort computertje onder de kookplaat. Dat is het brein van het inductiekoken.

Als je dan het kookplaatje aanzet en je zet een pan erop, vangt de pan de energie van het magneetveld op en zet het om in warmte.

Waarom krijg ik dan geen stroomstoot als het vuur aanstaat? Bij gebruik van een inductiekookplaat stromen er aanzienlijk grote stromen in de bodem van de kookpot. Deze stromen gaan, zelfs bij aanraking, voor het overgrote deel in de metalen bodem van de pot blijven. Dit komt omdat de geleidbaarheid van het metaal veel groter is dan de geleidbaarheid van een persoon.

Het is te vergelijken met een treinspoor. Als de trein versnelt vloeien er ook grote stromen daar de rails. Maar toch mag je ze aanraken, ze liggen bloot op overwegen. Ze zijn veilig voor aanraking, omdat ze op een heel lage elektrische potentiaal staan.



1 Reactie

  1. K. Lensen says:

    Zie het als een transformator: Een primaire spoel (onder de plaat) en de secundaire spoel (de pan, van metaal); de pan wordt heet omdat deze uit slechts 1 wikkeling bestaat (kortgesloten).

Plaats een reactie